Kijk mee met 50 jaar AKJ

Op 20 juli 2021 bestaat het AKJ 50 jaar. Dit vieren we graag samen met jou! Op deze jubileumwebsite lees je het komende jaar verhalen, blogs en interviews van en met betrokkenen bij het AKJ. We kijken terug, maar ook vooruit. Want zo lang het nodig is, blijven we opkomen voor iedereen die te maken krijgt met jeugdhulp.

2001-heden

“Er moet iemand zijn die naast je staat”

Interview met Corrie Noom, voorzitter van de raad van toezicht.

‘Het AKJ is in de afgelopen 50 jaar enorm veranderd’, zegt Corrie Noom, voorzitter van de Raad van Toezicht bij het AKJ. ‘We zijn fors gegroeid én we zijn van een club met vrijwilligers een professionele organisatie geworden.’ Samen met vier andere leden van de raad ziet Noom onder andere toe op de kwaliteit van het werk van het AKJ. Een kort gesprek, naar aanleiding van het 50-jarig bestaan van het AKJ.

Wat doet de Raad van Toezicht precies?

‘We houden toezicht op het werk van de bestuurder van het AKJ, Pieter Wetser. Wij zijn zijn werkgever en tegelijk sparringpartner en adviseur. Hij gaat over de organisatie, wij letten erop dat dat goed gebeurt. Op het gebied van kwaliteit van het vertrouwenswerk, de financiën, en het AKJ als werkgever. We volgen daarbij de Governancecode Zorg en staan voor goed bestuur en toezicht. Elk lid heeft een eigen expertise, die relevant is voor het vertrouwenswerk in de zorg. Die expertise brengen we in. Kort gezegd letten wij erop dat het AKJ haar taak goed kan vervullen.’

En de taak van het AKJ is zorgen dat mensen die te maken krijgen met jeugdhulp, terecht kunnen bij vertrouwenspersonen. Waarom is dat belangrijk?

‘Als jongeren of ouders te maken krijgen met jeugdzorg, komen ze in een molen van allerlei instanties die beslissingen over jou als ouder of jou als kind nemen. Dan is het ontzettend belangrijk dat je verzekerd bent van steun, als je er even niet uitkomt met zo’n instantie.  Kijk, het ideaalplaatje zou zijn dat alles goed gaat en er geen extra steun van vertrouwenspersonen nodig is. Maar de realiteit is dat er altijd jongeren in de jeugdzorg terecht zullen komen, én dat er bij hen altijd vragen zullen ontstaan als “klopt dit wel, of mag dit wel?”. Dan moet er iemand zijn aan wie je dat kunt vragen. Iemand die onafhankelijk is, en naast je staat.’

Gaat het vertrouwenswerk bij het AKJ al 50 jaar op dezelfde manier?

‘Zeker niet! Vijftig jaar geleden begon het AKK als een groep vrijwilligers, die een andere rol hadden dan de vertrouwenspersonen nu. Anno 2021 zijn we een professionele organisatie met meer dan 100 vertrouwenspersonen met een bestuurder en een raad van toezicht. We zijn er nu voor alle kinderen en hun (pleeg)ouders in Nederland die te maken hebben met jeugdhulp.

Natuurlijk is de maatschappij ook enorm veranderd; daarop moeten we blijven inspringen. We moeten ons blijven ontwikkelen. Als organisatie én als individuele vertrouwenspersonen. Zolang we daarbij ons doel voor ogen houden: er zijn voor kinderen en hun ouders of pleegouders die ons nodig hebben, met een luisterend oor, met informatie, advies of ondersteuning.’

Wat kenmerkt het werk van het AKJ?  

‘We zetten ons steeds vastberaden in voor onze cliënten en een betere jeugdhulp. Voor mij is het basiswoord “vertrouwen”. We geven vertrouwen en ontvangen het. Zo kunnen we jongeren en hun (pleeg)ouders een stem geven. Een stem die gehoord moet worden. Vertrouwen in onszelf en de ander maakt dat we ook van elkaar kunnen blijven leren. Wat weer nodig is om je te blijven ontwikkelen.’


Hoe kijkt u vooruit naar de komende jaren van het AKJ?

Het blijkt dat we op de goede weg zitten. Zo was ik blij met het onderzoeksrapport van het ministerie van VWS van een paar jaar terug, waarin het belang van het werk van het AKJ werd onderstreept. Dat is een mooi resultaat. Er ligt tegelijkertijd genoeg werk voor ons, want de thema’s die 50 jaar geleden speelden, zien we ook nu nog steeds terug. Zorgen dat cliënten zich gehoord voelen, dat ze verder kunnen en dat ze blij zijn met de ondersteuning die we geven. Dat is waar we het voor doen. 

De tevredenheid van de mensen die we helpen blijft hoe dan het belangrijkste resultaat. We zijn succesvol als een jongere, een (pleeg)ouder of verzorger zegt: “Ik heb een antwoord op mijn vraag, ik voel me gehoord en nu kan ik met vertrouwen weer verder.”’